Sterkte- en milieuklassen
De misschien wel belangrijkste eigenschap van beton is de sterkte. Beton wordt in de betonvoorschriften dan ook op basis van de druksterkte in sterkteklassen ingedeeld.
Voor invloeden van buitenaf is een indeling in milieuklassen gemaakt.
Sterkteklassen
Beton wordt naar druksterkte ingedeeld in sterkteklassen. De aanduiding bestaat uit de letter C, gevolgd door twee getallen. Deze getallen geven respectievelijk de karakteristieke cilinderdruksterkte en de karakteristieke kubusdruksterkte weer in N/mm2 na 28 dagen verharden. Bijvoorbeeld: C20/25, C30/37, C35/45 en C53/65. De constructeur/ontwerper gebruikt de sterkteklasse als uitgangspunt voor de dimensioneringsberekeningen.
Milieuklassen
De duurzaamheid van een betonverharding hangt af van de agressiviteit van het milieu en de weerstand die het beton heeft tegen agressieve inwerkingen van buitenaf. Bij duurzaamheid is vooral de dichtheid van beton van belang. De betonsamenstelling wordt afgestemd op het milieu. Er zijn zes milieuklassen, variërend van droog milieu tot agressief milieu.
De milieuklasse stelt eisen aan het betonmengsel met betrekking tot:
- de maximale water-cementfactor;
- het minimumcementgehalte;
- de cementsoort (alleen in specifieke gevallen);
- het minimumluchtgehalte (indien noodzakelijk).
Sterkte- en milieuklassen voor verhardingen
Voor wegenbouwbeton komen de sterkteklassen C28/35 en C35/45 in aanmerking. Lagere sterkteklassen zijn minder duurzaam. Betonverhardingen worden vrijwel altijd uitgevoerd in milieuklasse XF4. Dit is een vochtig milieu waarin tijdens een winterse periode dooizouten op het wegdek worden aangebracht. De wcf is ten hoogste 0,45 of 0,55, maar dan in combinatie met een luchtbelvormer.