Detectie- en inductielussen
De wapening van doorgaand gewapend beton heeft geen invloed op de werking van detectielussen. De detectie werkt op beweging van voertuigen. Voor het plaatsen van inductielussen in de betonverharding of in de zoab-deklaag is een zaagsnede nodig van 8 à 10 mm breed en een diepte van 25 tot 50 mm. De breedte hangt af van de bekabeling en moet bovendien voldoende zijn om de voegvulmassa goed te laten vloeien en de kabels geheel te laten omhullen. Als voegvulmassa wordt een epoxygietmortel met een hoge elasticiteitsmodulus aanbevolen. Bij de langsvoegen moet de detectiekabel worden aangebracht in een kunststofbuisje of via een boorgat met een diameter van 10 mm. Deze is nodig om afknellen van de kabel bij plaatbewegingen te voorkomen.