Principe van de langs- en dwarswapening
Dwarswapening
De ondersteunende dwarswapening bestaat uit afstandhouders van betonstaal B500B en wordt op de bitumineuze tussenlaag geplaatst. De verhouding tussen het percentage dwars- en langswapening moet liggen tussen 0,083 en 0,103. De hoek tussen de dwarswapening en de langsas van de rijbaan bedraagt ten minste 60°. In de praktijk worden als supports geprofileerde staven Ø12 met een hartafstand van 0,7 m gebruikt. De dwarswapening heeft een wapeningspercentage van 0,065 zodat de verhouding tussen het percentage dwars- en langswapening 0,093 bedraagt.
Langswapening
Het in Nederland gebruikelijke percentage langswapening bij C35/45 bedraagt 0,70% van de betondoorsnede. Voor een besteksdikte van 250 mm bestaat de wapening uit staven met een kenmiddellijn van 20 mm, hart-op-hart 180 mm. Die hartafstand maakt het in de praktijk mogelijk om voldoende vulling met goed verdicht beton onder de wapening te krijgen.
De wapening wordt gesteld op een vlakke, schone en maatvaste werkvloer. De verankeringslengte waarover de wapeningsstaven langs elkaar moeten reiken hangt samen met de sterkteklasse en de staafdiameter. De verankeringslengte van twee staven bedraagt voor sterkteklasse C25/30, C30/37, C35/45 en C45/55 respectievelijk 30, 27, 25 en 22x de kenmiddellijn van de wapeningsstaaf.
Figuur 6 geeft een voorbeeld van de layout van de langs- en dwarswapening. De langswapeningsstaven liggen in dit geval op een hart-op-hartafstand van 180 mm en de buitenste staven liggen 70 mm van de rand van de betonlaag. De overlapping van de langsstaven bedraagt 0,5 m. De dwarswapening met een hart op hart afstand van 0,7 m maakt een hoek van 60° met de lengteas van de rijbaan.
De weglengte en dus ook de wapeningslengte is in een binnenbocht korter dan in de buitenbocht. Hiermee moet bij de uitvoering rekening worden gehouden, met name wat betreft overlaplengte.
In figuur 6 is ook te zien dat de staven onderling iets worden verschoven. De langswapening wordt ‘geprogrammeerd overlappend’ geplaatst. Concentratie van langswapening in een doorsnede moet vermeden worden. De langsstaven moeten zodanig worden aangebracht, dat binnen een standaard staaflengte van 14 meter geen twee overlappingen in dezelfde dwarsdoorsnede van een stortbreedte vallen. Hierdoor ontstaat een hoek α met de lengteas van de rijbaan (zie figuur 7).
Tabel 6 geeft voor een standaard staaflengte van 14 m en een tweetal stortbreedten het aantal staven per stortbreedte, de hoek α, de lengte waarover een staaf verschoven moet worden ten opzichte van die ernaast, het aantal overlappingen per doorsnede en de toename in het wapeningspercentage voor de totale doorsnede. Uit de tabel blijkt dat het wapeningspercentage per doorsnede slechts beperkt toeneemt. Afhankelijk van de stortbreedte is de absolute toename 0,04 tot 0,05%. Met zo’n geringe toename is er geen sprake van een clustering van scheuren.
Stortbreedte (m) | Staaflengte (m) | Aantal staven per doorsnede | Hoek α van overlapzone loodlijn op as (graden) | Staaf-verschuiving (m) | Aantal over lappen per doorsnede | Toename wapenings-percentage (absoluut, %) |
7,30 | 14 | 40 | 62 | 0,33 | 3 | 0,053 |
12,50 | 14 | 69 | 47 | 0,19 | 4 | 0,041 |