Reconstructies
Een bestaande verharding is te verbeteren door deze te voorzien van een betonoverlaag. Deze overlaag kan direct op de bestaande verhardingsconstructie worden aangebracht. De bestaande constructie krijgt dan de functie van fundering.
Bestaande asfaltverhardingen
Bij asfaltverhardingen is een ‘inlay’ van doorgaand beton een aantrekkelijk alternatief voor een betonoverlaag over de volle breedte van de weg. Dit is zeker het geval wanneer alleen de rechterrijstrook aan vervanging toe is. Het ontwerpen en detailleren van een reconstructie verschilt maar weinig met dat van een nieuwbouwconstructie. Voor het uitleggen van de wapening moeten zo nodig sterk aangetaste lagen worden verwijderd door middel van bakfrezen. De gefreesde bakken moeten worden gevuld. Om een gelijkmatig scheurpatroon te krijgen, moet de ondergrond vlak zijn. Het is zaak te voorkomen dat de betondikte door langsonvlakheden te veel varieert. Daarom moet de onderbouw worden uitgevlakt, voordat het beton wordt aangebracht. Wanneer de dikte van het beton wijzigt, verandert ook het wapeningspercentage. Dit heeft weer gevolgen voor het scheurpatroon in het beton. Vandaar dat het belangrijk is een minimumwapeningspercentage aan te houden en zo weinig mogelijk variatie in de betondikte toe te staan. Een eventuele tonrondte van de bestaande onderbouw moet worden verwijderd door middel van vlakfrezen of door het aanbrengen van een bitumineuze uitvullaag. Eventuele rijsporen moeten ook worden uitgevlakt of uitgevuld. Wanneer de weg wordt verbreed, moet de verbreding een fundering krijgen dat het draagvermogen in dwarsprofiel gelijkmatig is en dat restzettingen in de verbreding zoveel mogelijk zijn uitgesloten. Wanneer de werkvloer klaar is, verloopt de aanleg van de doorgaand gewapende betonverharding op dezelfde wijze als bij nieuwbouw.
Bestaande betonverhardingen
Bij betonoverlagen op bestaande (ongewapende) betonverhardingen moet de bestaande betonverharding eerst worden gebeukt of hoogfrequent worden verbrokkeld in schollen van maximaal 0,4 m2. Daarna moeten de schollen met een bandenwals in de fundering worden gezet. Dit is nodig om:
- te zorgen voor een zo gelijkmatig mogelijke ondersteuning;
- de temperatuurspanningen in de bestaande betonverharding te verminderen;
- eventuele reflectiescheuren in de betonoverlaag boven de oude voegen en wijde scheuren in de bestaande betonverharding te voorkomen.