Inleiding
De toepassing van slipformpavers in de betonwegenbouw heeft ertoe geleid, dat deze ook steeds vaker voor in het werk gestorte lijnconstructies worden ingezet. In het werk gestorte lijnconstructies zijn beduidend robuuster dan conventionele constructies met betonelementen (o.a. banden). Daarnaast zijn de ARBO-omstandigheden beduidend beter, omdat er geen zware elementen getild hoeven te worden. Een bijkomend voordeel is dat de productiesnelheid met een slipformpaver een veelvoud hoger is. Dit draagt bij aan de verkorting van de totale projectuitvoering.
De belangrijkste functie van een lijnconstructie is het opsluiten van de naastgelegen verharding. Een in het werk gestorte lijnconstructie acteert hierbij beter dan afzonderlijk gestelde prefab-elementen doordat de bewegingsvrijheid ter plaatse van de (gedeeltelijk) ingezaagde voegen beduidend kleiner is dan de bewegingsruimte tussen de prefab-elementen. Daarnaast hebben lijnconstructies vaak een functie in het afvoeren van water als gevolg van neerslag. In het werk gestorte lijnconstructies, met daarin geplaatste kolken, lenen zich hiervoor bij uitstek.
Er zijn diverse soorten lijnconstructies. Te denken valt aan rotondebanden, RWS-banden, trottoirbanden, molgoten, voertuigkeringen et cetera. Voor voertuigkeringen wordt verwezen naar het onderdeel ‘Voertuigkeringen’ van de Kennismodule Betonverhardingen.