Beschrijving maatregel
Voorbereiding
Vooraf is het belangrijk de oorzaak van de geconstateerde schade door onderzoek goed te vast te stellen. Het onderzoek is met name gericht op werking van de dwars- en langsvoegen. Verder is het onderzoek te gebruiken om de hoeveelheden reparatiewerk nauwkeurig in kaart te brengen.
Uitvoering
Na het opzagen moet de voeg grondig worden geborsteld en schoongeblazen met gecomprimeerde lucht. In veel gevallen wordt de voeg ook gespoeld met water. Nadat eventueel vocht in de voeg is opgedroogd, wordt de primer aangebracht.
Zoals beschreven in 'Voegvlling aanbrengen' zijn de voegwijdte en diepte waarin de voegvullingsmassa wordt aangebracht, gerelateerd aan de voegbeweging en het te gebruiken materiaal. Voor het vullen moet een vellingkant (5 mm x 5 mm) onder 45° worden aangebracht, tenzij deze al aanwezig is. Dit is om afbrokkeling van de voegranden te voorkomen.
Voor het extra opzagen zijn onder andere nodig:
- een ploeg of snijmes voor het verwijderen van de voegvullingsmassa;
- een zaagmachine voor het opzagen;
- een compressor met luchtlans voor het schoonblazen;
- eventueel water voor het spoelen.
Resultaat
De voegen zijn diep en wijd genoeg gemaakt, zodat een goede werking van de voegkit mogelijk wordt.