Oorzaken
a Slechte afwatering van de berm en/of erosie van de ondergrond
Slechte afwatering van de berm leidt tot een te hoge vochtigheidsgraad, ofwel verweking van de fundering en ondergrond. Door vervorming, erosie of verstoring van de ondergrond wordt de betonplaat vervolgens niet meer volledig ondersteund. In de plaathoeken treden hoge spanningen in het beton op met plaathoekbreuk als gevolg.
b Overbelasting door ontbreken van verdeuveling
Uitgangspunt bij het dimensioneren van de verharding is dat in de voegen lastoverdracht plaatsvindt, onder andere door ‘interlocking’. Wanneer de voegen geen last overdragen door het ontbreken van verdeuveling, leidt belasting tot een te hoge buigtrekspanning in de betonplaat.
c Vervuiling van de scheur in de voeg door bijvoorbeeld slijpsel
Door vervuiling van de scheur onder in de voeg ontstaan piekspanningen bij het uitzetten van de betonplaat. Dit leidt tot splijten en scheurvorming in het beton.
d Verkeerde ligging deuvel en/of koppelstaaf
Bij het ontbreken van deuvels aan de rand van de verharding is er onvoldoende lastoverdracht. Bij een verkeerde ligging van de deuvel en/of koppelstaaf kunnen trekspanningen in de hoek ontstaan.
e Voegvervuiling (splijtspanningen als gevolg van steentjes)
Door vervuiling van de voeg ontstaan piekspanningen bij het uitzetten van de betonplaat. Dit leidt tot splijten en scheuren in het beton.