Scheurvorming
Scheurvorming: scheuren in lengte- en dwarsrichting van de betonplaten.
De ernst van de scheurvorming wordt bepaald met het Handboek visuele inspectie [2]. Bepalend voor de ernst van de scheuren zijn de scheurwijdte en/of het hoogteverschil tussen de scheurranden en/of afbrokkeling van de scheurranden. Het meten gebeurt bij de scheurwijdte met stiften en/of bij hoogteverschil met een rij met een lengte van 1,20 m, die dwars op de scheur wordt geplaatst.
De scheurwijdte wordt bepaald door de stiften met een dikte van 3 respectievelijk 10 mm over een diepte van 10 mm in de scheur te steken, zonder de stift te forceren. Indien nodig wordt de scheur eerst schoongekrabd. Zo hebben de afgebrokkelde scheurranden geen invloed op het meten van de scheurwijdte.
De omvang van de scheurvorming wordt genoteerd als het aantal platen waarop scheurvorming wordt waargenomen.
Ernstklasse | Omschrijving |
Licht (L) | De scheurwijdte is kleiner dan of gelijk aan 3 mm. Het hoogteverschil is kleiner dan of gelijk aan 5 mm. Gevulde scheuren zijn lichte scheurvorming |
Matig (M) | De scheurwijdte ligt groter dan 3 mm en kleiner dan of gelijk aan 10 mm. Het hoogteverschil ligt groter dan 5 mm en kleiner dan of gelijk aan 10 mm. Er treedt afbrokkeling op ter plaatse van de scheurranden met een breedte kleiner dan of gelijk aan 50 mm |
Ernst (E) | De scheurwijdte is groter dan 10 mm. Het hoogteverschil is groter dan 10 mm. Er treedt afbrokkeling op ter plaatse van de scheurranden met een breedte groter dan 50 mm |