Uitvoering versnellende maatregelen
Bij het uitvoeren van betonreparaties met conventionele betonmortel wordt de relatief lange verhardingstijd vaak als een probleem gezien. Dit geldt met name voor de lange verhardingstijd (3-5 dagen) van cementbeton bij plaatvervanging. Daarbij moet namelijk minstens een rijstrook aan het verkeer worden onttrokken. Tijdens het aanbrengen en de verharding van het beton mag het verkeer het juist gestorte beton niet belasten. Om de verharding weer te kunnen openstellen voor het verkeer moet het aangebrachte beton veelal een druksterkte hebben van tenminste 25 N/mm2 voor de wegtypen 1 tot en met 4 en 15 N/mm2 voor wegtype 7.
Inmiddels zijn er verschillende slooptechnieken en producten ontwikkeld om de vrijgave voor het verkeer te bespoedigen. Een relatief dure, maar effectieve sloopmethode is het (aan de vooravond) aanbrengen van zaagsneden over de volle plaatdikte. Hierbij worden platen gecreëerd, die de volgende avond met behulp van ingelijmde ankers uit de verharding kunnen worden getild. Dit levert tijdwinst op zodat de toegestane stremmingstijd minder in het gedrang komt (’s avonds na 20.00 uur op de weg en ’s morgens om 06.00 uur weer ervan af).
Specifieke betonproducten kenmerken zich door een zeer snelle verharding. Het betreft met name kunstharsreparatiemortels en snel-verhardende beton. Voor plaatvervanging zal de snel-verhardende beton het meest in aanmerking komen. Snel-verhardende beton heeft als belangrijkste voordeel een hoge druk- en buigtreksterkte, die met name in de eerste uren na het storten ontstaat. Op termijn zal ook de 28-daagse druksterkte aanzienlijk hoger liggen dan bij de normale betonmengsels. Uit de praktijk zijn uitvoeringstijden, inclusief sloopwerkzaamheden, van circa acht uur bekend. Na deze tijd is de wegverharding weer vrij te geven voor het verkeer (zie figuur 2).
Wanneer ongunstige weersomstandigheden verwacht worden, die de tijd van openstelling voor het verkeer nadelig beïnvloeden, kan overwogen worden om een doorwerkvoorziening te plaatsen.