Ongewapend beton
Bij een rotonde in ongewapend beton wordt in het voegenplan het type voeg, de plaats van de voeg en een detaillering van de voegconstructie opgenomen. Door het maken van dwars- en langsvoegen in het beton, wordt de betonverharding in platen verdeeld en wordt ongewenste scheurvorming voorkomen. De voegen kunnen worden gezaagd of als stortnaad worden aangebracht. Vuistregels voor het bepalen van de plaatafmetingen van ongewapend beton zijn:
- beperk het plaatoppervlak tot maximaal 25 m2;
- de lengte-breedteverhouding van langs- en dwarsvoeg is bij voorkeur tussen 1,00 en 1,25;
- scherpe hoeken in betonplaten bij rotondes (<75°) moeten worden voorkomen;
- pas bij scherpe hoeken en kleine platen een wapeningsnet toe;
- zorg dat een voeg niet vlak bij de rijsporen ligt.
Wanneer de overrijdbare strook wordt uitgevoerd in ongewapend beton, moet het overrijdbare gedeelte zo worden ingezaagd dat er nagenoeg vierkante platen ontstaan. Het is vaak niet eenvoudig om een voegenpatroon zonder scherpe hoeken te ontwerpen. Dat het niet onmogelijk is, toont figuur 3.
- Tussen de rotonde en de aansluitende verharding. Als overgangsverharding is het niet ongebruikelijk om de toe- en afrit ook in beton uit te voeren, bijvoorbeeld met vier of vijf ongewapende betonplaten of in doorgaand gewapend beton. De uitzetvoeg wordt in dat geval tussen de rotonde en de aansluitende betonverharding gemaakt. Tussen de betonverharding en de aansluitende asfaltverharding wordt een bitumenstrip aangebracht.
- Bij aansluitingen op betonwegen kan een uitzetvoeg met een ethafoam- of flexell-plaat met afgedopte deuvels worden gemaakt.
Bij een rotonde in ongewapend beton worden de aanrijplaten en de overrijdbare strook meestal ook in ongewapend beton uitgevoerd.