Logistiek
Het transport van betonmortel is in de logistiek de meest cruciale factor. De organisatie van de drie fasen ‘laden’, ‘vervoeren’ en ‘lossen’ moet daarom alle aandacht krijgen die nodig is.
Het transport van de betonmortel moet volgens een vaste procedure verlopen. Daartoe wordt een transportprogramma opgesteld. In dit programma moet een zodanige reserve zijn ingebouwd, dat op alle mogelijke gebeurtenissen adequaat ingespeeld kan worden.
Tijdens het transport van de betonmortel naar het werk kunnen sommige specie-eigenschappen ongunstig worden beïnvloed. Aangezien het hydratatieproces direct na het mengen van de betonmortel begint, wordt er vanaf dat moment water chemisch gebonden en zal de hoeveelheid ongebonden water afnemen. De hierdoor veroorzaakte vermindering van de verwerkbaarheid is niet alleen afhankelijk van de samenstelling van de betonmortel, maar wordt eveneens sterk beïnvloed door het type cement en de factoren tijd en temperatuur. In de betonwegenbouw worden in het algemeen relatief droge mengsels toegepast. Deze species zijn gevoelig voor consistentieverlies als gevolg van hydratatie. Daarom speelt de transporttijd een belangrijke rol: hoe langer het transport duurt, des te geringer wordt de hoeveelheid ongebonden water, waardoor de verwerkbaarheid afneemt.
Een hoge specietemperatuur versnelt de hydratatie. Daarom wordt aanbevolen om op zeer warme dagen met veel zon, de toeslagmaterialen met water af te koelen. Hierbij moet wel gelet worden op de verandering van het vochtgehalte van de toeslagmaterialen. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat in bassins opgeslagen aanmaakwater, niet te warm wordt. Is desondanks de temperatuur van de betonmortel hoog (bijvoorbeeld meer dan 30°C), dan is het noodzakelijk een meer plastische specie te produceren of zo nodig een vertragende hulpstof toe te voegen, zodat de hydratatie enige tijd wordt uitgesteld.