Rolling finisher
Een rolling finisher werkt met een opgestelde vaste bekisting. De betonmortel moet consistentiegebied 2 of hoger hebben. De aanvoer van de mortel zal gewoonlijk plaatsvinden met een truckmixer en met behulp van een betonpomp in het werk worden gebracht. De rolling finisher verdicht vervolgens de betonmortel met een of twee trilnaalden en met de ingebouwde rollen wordt het beton daarna op hoogte afgewerkt.
De sturing van de rolling finisher gebeurt op dezelfde manier als bij de slipformpaver met behulp van sensoren en geleidedraden. Er kunnen betonverhardingen met een breedte van circa 4 m tot 15 m en met een dikte tot 0,50 m worden gemaakt. Wisselende breedtes zijn eenvoudig te realiseren. De dagproductie ligt echter aanzienlijk lager dan die van een slipformpaver. Aandachtspunten waarmee men bij een rolling finisher moet rekening houden, zijn:
- een vlakke onderbaan;
- voldoende breedte;
- ruimte voor geleiding.