Rotonde luchtfoto

Slipformpaver

  • 18 november 2021
CROW Kennisplatform

Een slipformpaver is een wegenbouwmachine, die in een enkele arbeidsgang de aardvochtige betonmortel spreidt, verdicht en onder het juiste profiel afwerkt. De machine mag in geen geval stilstaan. In een enkele arbeidsgang kunnen zeer vlakke betonverhardingen worden aangelegd. Een voorwaarde hiervoor is dat de rupsen op een vlakke, goed verdichte en stabiele ondergrond kunnen rijden. Voor een slipformpaver moet voldoende werkruimte worden aangehouden, zowel voor de rupsen als voor de opgestelde geleidedraad.

Soms zullen door de keuze van een slipformpaver extra eisen aan de fundering nodig zijn, waardoor het funderingsmateriaal en/of de breedte van de fundering moet worden aangepast. De uitvoerder moet zich dit reeds voor het aanbrengen van de fundering realiseren en maatregelen te nemen.

De slipformpaver wordt veelal gestuurd met behulp van een vooraf uitgezette geleidedraad. Bij smalle verhardingen (tot 4 m breedte) wordt aan een kant van de machine een draad gesteld, bij bredere wegen wordt aan beide zijden een draad aangebracht. Wanneer met twee draden wordt gewerkt is een draad afgesteld op de richting en hoogte. De tweede draad is alleen voor de hoogte-afstelling. Richting, verkanting en verhardingsdikte worden op deze manier automatisch geregeld. Wanneer een dakprofiel moet worden aangebracht, moeten altijd twee draden worden geplaatst.

D3006_figuur 9.jpg

Figuur 9 Slipformpaver met taster en geleidedraad

De geleidedraden worden gesteld op in de grond geslagen stalen pennen. Met een spaninrichting in de haspels wordt de draad strak getrokken. De pennen staan, behalve in bogen, om de 5 m. In bogen staan de pennen dichter op elkaar. De onderlinge afstand is afhankelijk van de boogstraal van de bocht. De uitvoerder moet controleren of in de berm mogelijk kabels en leidingen voorkomen, die door de stalen pennen beschadigd kunnen worden. Eenmaal uitgezet moet de draad ontzien worden. Elke verstoring beïnvloedt namelijk de hoogteregeling van de machine en daarmee de eindkwaliteit van de verharding. De draad vraagt daarom de constante aandacht van de uitvoerder. Tegenwoordig zijn er ook kunststof draden verkrijgbaar in een opvallende kleur. In verband met een goede zichtbaarheid hebben die draden de voorkeur. Bij het stellen van de geleidedraden voor de paver moet/moeten:

  • de draden zo strak gespannen zijn dat de draad niet doorbuigt bij het stellen en voortschuiven van de tasters. Variaties in hoogteligging van de weg zijn anders het gevolg. De uitvoerder moet bedacht zijn op temperatuurverschillen waardoor de draad kan uitzetten of krimpen;
  • de verankeringen van de draad voldoende worden geborgd;
  • de hoogte-instelling van de draden uiterst zorgvuldig is uitgezet, waarbij rekening is gehouden met de minimaal te realiseren verhardingsdikte;
  • de instelling van de draden voortdurend worden gecontroleerd op fouten en ontregelingen;
  • de plaatsing van de tasters aan de machine afhankelijk zijn van het te maken werk. Wanneer het lange rechte stukken zijn, kunnen de tasters ver uit elkaar worden gezet. Bij veel wisselingen in verkanting en/of krappe boogstralen, moeten de tasters dichter bij elkaar worden geplaatst.
D3006_figuur 10.jpg

Figuur 10 Aanbrengen van een betonverharding op grote breedte met een slipformpaver