Vervaardigen betonmortel
Op basis van de bestekseisen en de geldende voorschriften wordt het beton samengesteld. Vooral bij het werken met de slipformpaver is de consistentie van de betonmortel van groot belang. Eén of enkele liters water meer of minder per kubieke meter betonmortel heeft grote invloed op de verwerking van het beton door de slipformpaver. Het vochtgehalte van de toeslagmaterialen kan variëren door regen en verdamping. Daarom is een regelmatige controle van het vochtgehalte nodig.
Water en cement worden op de centrale afzonderlijk gewogen, omdat de onnauwkeurigheid van een cumulatieve weging te veel gevolgen heeft voor de watercementfactor. Bij levering door twee betoncentrales is extra controle (vergelijking) van de water-cementfactoren van de beide geleverde betonmortels aan te bevelen.
De volgorde waarin de verschillende materialen in de menger worden gebracht, hangt nauw samen met het type menger. Wanneer de optimale volgorde eenmaal is vastgelegd, dan moet deze steeds worden aangehouden. Eventuele hulpstoffen worden gelijktijdig met het water gedoseerd. De dosering van de hulpstoffen kan in het computerprogramma van de betoncentrale worden opgenomen. De mengtijd gaat in op het moment dat alle bestanddelen van het mengsel in de trommel aanwezig zijn. Een optimale mengtijd zorgt voor een homogene specie. De mengtijd hangt af van het type menger en het gewenste mengsel.
Aanbevolen wordt om aan het begin van een dagproductie te controleren of de onbeladen transportwagens voldoende schoon en droog zijn. Eventueel aanwezig restwater kan de verwerkbaarheid en de sterkte van het beton beïnvloeden. Bij de eerste vrachtwagens verdient het de voorkeur deze slechts halfvol naar het werk te laten vertrekken. De machinist van de slipformpaver kan dan een goede start maken en eventueel noodzakelijke correcties aan het betonmengsel kunnen eerder aan de centrale worden doorgegeven.
Bij de start van een nieuwe productiedag moet met een dagvoeg worden aangesloten op het gemaakte betonwerk van de dag ervoor. In verband met de instelling van de machine hierop, zal voor de aansluiting het nodige handwerk verricht moeten worden. Met kleine hoeveelheden beton kan de aansluiting worden gemaakt. Is de aansluiting eenmaal een feit, dan kan de normale productie met de paver starten.
De laborant bepaalt op het werk enkele keren per dag de consistentie door het bepalen van de verdichtingsmaat. In elk geval aan het begin van de dag doet hij dat op de centrale en daarna ook op het werk. Wanneer er gewerkt wordt met een luchtbelvormer in de betonmortel, moet het luchtgehalte zowel bij de centrale als bij de paver regelmatig gecontroleerd worden.