Vervangen van voegafdichtingen

Voor alle voegafdichtingsmaterialen geldt dat ten minste een keer per jaar een inspectie moet worden uitgevoerd. Bij de inspectie moet worden gekeken of:

  • voegafdichtingsmateriaal verdwenen is. Wanneer dit het geval is, moet opnieuw een voegafdichting worden aangebracht.
  • voegafdichtingsmateriaal weggezakt is. Wanneer de voegafdichting over een diepte van meer dan 10 mm is weggezakt, is vervanging nodig.
  • voegafdichtingsmateriaal afgebrokkeld is. Wanneer dit het geval is, dan moet de afdichting worden vervangen.
  • de voegafdichting scheurtjes vertoont. Het vervangen van de voegafdichting is nodig wanneer de scheuren dieper zijn dan 2 mm of een open verbinding met een of meer luchtkamers van het profiel is ontstaan.
  • onthechting is opgetreden. Het vervangen van de voegafdichting is nodig bij plaatselijke onthechting over de gehele diepte of bij oppervlakkige onthechting van meer dan 2 mm wanneer deze over de gehele lengte of breedte van de plaat voorkomt.
  • plantengroei in de voegen voorkomt. Wanneer dit het geval is, dan moet de afdichting worden vervangen.
  • de voegvulling bros geworden is. Wanneer dit het geval is, dan moet de afdichting worden vervangen.
Figuur 33. Uitgezakte bitumineuze voegvulmassa
Figuur 33 Uitgezakte bitumineuze voegvulmassa.
Figuur 33. Uitgezakte bitumineuze voegvulmassa
Figuur 33 Uitgezakte bitumineuze voegvulmassa.
Figuur 35 Uitgeploegde en opgezaagde voeg.
Figuur 36 Borstelmachine.

Voor alle voegafdichtingsmaterialen geldt dat voorafgaand aan het vervangen van de voegafdichting de voegen zorgvuldig gereinigd moeten worden. Wanneer de voegwanden niet zijn beschadigd, is reiniging van de voeg voldoende. Hierbij moeten oud voegvulmateriaal en de resten hechtingsmiddel volledig worden verwijderd. De voegwanden moeten kort voor het aanbrengen van het nieuwe materiaal worden gereinigd, bijvoorbeeld door hogedrukwaterstralen gevolgd door schoon- en droogzuigen onder vacuüm. De voegen kunnen desgewenst ook iets worden opgezaagd of worden geborsteld met een roterende staalborstel. Hierna wordt de voeg schoongeblazen, waarna deze kan drogen. Het aanbrengen van een nieuwe rugvulling en nieuw voegafdichtingsmateriaal kan daarna op de normale wijze plaatsvinden. Een bestaande voegafdichting kan in principe door een andere type voegafdichtingsmateriaal worden vervangen. In dat geval moet uiteraard rekening worden gehouden met de voor het nieuwe voegtype vereiste voegdimensionering (zie tabel 3, 4 en 5); hiervoor kunnen extra werkzaamheden nodig zijn.

Figuur 37 T­kruising met herstelde scheur van tweecomponentenpolysulfde­voegvulmassa.

In tabel 7 is een overzicht opgenomen van de diverse werkzaamheden bij het vervangen van voegdichtingen. Ook zijn de frequentie en wijze van preventief onderhoud opgenomen.

Tabel 7. Vergelijkend overzicht van onderhoudswerkzaamheden bij vervanging van verschillende typen voegdichtingsmaetrialen
Onderhoud Bitumineuze voegmassa Polysulfide tweecomponenten PUR tweecomponenten EPDM
Preventief onderhoud jaarlijks inspecteren en herstellen jaarlijks inspecteren en herstellen jaarlijks inspecteren en herstellen jaarlijks inspecteren en corrigeren of herstellen
Verwijderen door
– uitploegen
– uitsnijden
– handmatig uittrekken
ja
nee
nee
nee
ja
nee
nee
ja
nee
ja
nee
ja
Reinigen door
– opnieuw opzagen- gecomprimeerde lucht en borstelen
ja, indien ander product
ja
ja

ja

ja

ja

niet indien passende voegbreedte
ja
Voegkantherstel ja, indien meer dan 5 mm ja, indien meer dan 5 mm ja, indien meer dan 5 mm ja, indien meer dan 2 mm en ‘scherp’
Voorbehandelen primer primer primer lijm
Rugvulling ja ja ja nee
Appliceren gieten gieten gieten indrukken
Vervangings-
mogelijkheden
goed matig matig goed
Tijdsduur tot ingebruikname direct na afkoeling 24-48 uur 24-48 uur direct
Print artikel
Gerelateerde artikelen