Kenmerken van voegafdichtingsmaterialen
Bij betonverhardingen is het gebruikelijk om de voegen aan de bovenzijde met voegafdichtingsmateriaal af te sluiten. De voegafdichtingsmaterialen moeten de bewegingen van de voeg door krimpen en uitzetten gedurende lange tijd kunnen volgen zonder dat schade aan de voeg of voegafdichting optreedt. Voegafdichtingsmaterialen moeten in staat zijn de voegen duurzaam af te sluiten tegen vervuiling, indringend water en eventuele milieubedreigende stoffen. Als niet-samendrukbare materialen (bijvoorbeeld vuil of zand) in de voeg dringt, of als vloeistof in de bodem of fundering dringt, kan na verloop van tijd schade aan de voegen ontstaan. Om materiaalverlies te voorkomen worden gevulde voegen altijd van vellingkanten (afschuining) voorzien. De voegafdichtingen moeten langdurig bestand zijn tegen de voorkomende chemische en mechanische invloeden en eenvoudig zijn aan te brengen en te vervangen.
De voegafdichtingsmaterialen zijn te verdelen in twee hoofdgroepen: gegoten voegafdichtingen en voorgevormde profielen. De laatste groep wordt in Nederland alleen nog als tijdelijke voegafdichting gebruikt wanneer door omstandigheden de definitieve gegoten voegafdichting niet kan worden aangebracht.