Koude voegvulmassas
Koud gegoten materialen worden toegepast wanneer er hoge eisen worden gesteld aan de bestandheid tegen olie en brandstoffen andere schadelijke stoffen. Dit type voegvulmassa wordt ook gebruikt wanneer een vloeistofdichte verharding nodig is. Om het materiaal in de juiste dikte te kunnen aanbrengen, is een rugvulling in de voeg noodzakelijk. Koude voegvulmassa’s harden uit door verandering in de chemische samenstelling en kunnen uit een of twee componenten bestaan.
Voegvulmassa’s op basis van een component verharden onder invloed van vochtopname uit de lucht en uit het beton. Voorbeelden hiervan zijn de polyurethanen (PUR 1) en siliconenrubbers. De maximaal toelaatbare rek van polyurethaan is 30% en die van siliconenrubber 50%. De verharding van dit materiaal neemt enkele dagen in beslag. Voegvulmassa’s op basis van twee componenten worden voor het gieten gemengd, waarna de componenten met elkaar reageren. Dit materiaal verhardt zeer snel. De meest bekende materialen uit deze groep zijn polyurethanen (PUR 2) en polysulfiden (PS). Polysulfiden worden vaak toegepast bij vloeistofdichte verhardingen. In beide gevallen moeten de hechtvlakken met een voorstrijkmiddel worden behandeld. Polyurethanen en polysulfiden zijn beide elastisch en hebben rubberachtige eigenschappen.
Koud verwerkte producten kunnen in het algemeen meer rek opnemen dan warm verwerkte materialen. Voor het merendeel van de elastische materialen geldt een aanbevolen breedte-dikteverhouding tussen de 1:1 en 1:0,5. In figuur 19 zijn de afmetingen van de voegkamer voor koude voegvulmassa gegeven.
Het aanbrengen van de materialen vindt plaats door extrusie. De levensduur van koud verwerkt materiaal is sterk afhankelijk van de mate waarin het wordt blootgesteld aan chemische invloeden. Aangebracht in een normale betonverharding zal de levensduur circa 12 jaar bedragen.
Koud te verwerken materialen zijn aanmerkelijk duurder dan warm te gieten materialen. Koud verwerkbare een-componentmaterialen vinden in Nederland nauwelijks toepassing. Voor vloeistofdichte verhardingen worden vaak tweecomponentenmaterialen toegepast, zoals polysulfidevoegvulmassa. Materialen op kunstharsbasis en polyurethanen worden alleen in bijzondere gevallen gebruikt.