Opzaagbreedte bij warme (bitumineuze) voegvulmassas
Als richtlijn voor de toepassing van warme voegvulmassa’ s wordt in Nederland gebruik gemaakt van het Duitse ‘Merkblatt für die Fugenfüllung in Verkehrsflächen aus Beton’. Deze richtlijn laat een maximale vervorming van 15% toe. De afmeting van het voeglichaam of de voegvulling hangt samen met de werkende voegopening, die na het aanbrengen van de eerste zaagsnede is ontstaan. De richtlijn geldt voor plaatlengten tot 6 meter. Bij het bepalen van de vereiste breedte wordt rekening gehouden met de werkende scheuropening. Gesteld wordt dat de breedte van de voegopening (waaruit de scheuropening wordt afgeleid) ’s-ochtends moet worden opgemeten, waarbij het beton minimaal zeven dagen oud moet zijn. In de regel zal de opzaagbreedte van een krimpdwarsvoeg 8 mm bedragen. Tabel 4 geeft de opzaagbreedten en -diepten voor diverse soorten voegen.
Scheuropening | Opzaagbreedte | Opzaagdiepte |
Krimpdwarsvoeg < 1 mm 1 tot 2 mm > 2 mm | 8 mm 12 mm 15 mm | 25 mm 30 mm 35 mm |
Krimplangsvoeg 1 tot 2 mm | 8 mm | 25 mm |
Constructielangsvoeg 1 tot 2 mm | 8-10 mm | 25 mm |
Uitzetvoeg | 15-20 mm | n.v.t. |