CE-markering
De CE-markering op producten is er op gericht om vrij handelsverkeer binnen de Europese lidstaten te bevorderen. De CE-markering geldt in principe ook voor geleiderailconstructies. Al is hier in de praktijk nog verwarring en discussie over.
De CE-markering voor producten, die over landsgrenzen transportabel zijn, staan niet ter discussie. Hieronder vallen zowel de geprefabriceerde betonnen elementen voor voertuigkeringen, als de onderdelen voor stalen geleiderails. De plaatsing ervan moet wel tot dezelfde constructie leiden, zoals die oorspronkelijk is getest.
Er bestaat medio 2015 nog geen duidelijkheid of ter plaatste aangebrachte betonnen voertuigkeringen onder CE-markering zouden moeten vallen. In een brief van april 2013 antwoordde de Europese Commissie op vragen van de European Road Federation (ERF), dat in situ barriers als constructie moeten worden gezien en niet als product kunnen worden beschouwd.
Dat leek een duidelijk standpunt. Totdat in december 2014 de ERF een nieuwe brief ontving van de Europese Commissie. Daarin kwam de Commissie na uitvoerig onderzoek en discussie terug op haar eerdere standpunt en verklaarde dat in situ barriers gezien worden als constructieve producten, die vallen onder de Construction Products Regulation (CPR) en de EN 1317. Daarom moeten volgens de Europese Commissie in situ barriers een CE-markering hebben op basis van de EN 1317 en de producent/aannemer ervan moet vervolgens een ‘Declaration of Performance’ afgeven.
In de toelichting op deze brief wordt onder meer gesteld dat de producent/aannemer op basis van de ontwerptekening de CE-markering toegekend kan krijgen en daarmee ‘als product’ de grens over kan gaan.
Dit standpunt van de Europese Commissie wordt echter niet gedeeld door onder andere Duitsland en Frankrijk. Rijkswaterstaat heeft geen afwijkend standpunt en kan zich vinden in het standpunt van de Europese Commissie. Inmiddels zijn er enkele, met name buitenlandse, producenten/aannemers die voor hun typen in situ barriers een CE-markering hebben.