Contrastvorming door horizontale en verticale vlakken in het wegbeeld
Contrastvorming door horizontale en verticale vlakken in het gezichtsveld
De richtlijnen voor openbare- en tunnelverlichting zijn ontwikkeld op basis van de zichtbaarheid van kleinere objecten door contrast met het wegdek in het gezichtsveld van de automobilist. Maar ook het contrast van het wegdek zelf met zijn directe omgeving is van belang. Hier ontstaat grenscontrast tussen aanliggende horizontale en verticale vlakken.
Het menselijk visueel zintuig is gevoelig voor grenscontrast. Aan een scherpe scheidslijn van een helder en donker oppervlak verschijnt subjectief het heldere vlak helderder en het donkere vlak donkerder. Objectief is dit niet meetbaar. Het verschil wordt verdiept en dit mechanisme wordt grenscontrast genoemd. Dit verschijnsel is goed toepasbaar in de praktijk mits uitgevoerd met voldoende helderheidscontrast. Gaande van licht naar donker worden helderheidscontrasten steeds belangrijker dan kleurcontrasten. Helderheidscontrasten kunnen met meting van lichtreflectie worden bepaald. De contrastvorming kan aanleiding geven tot een verhoogde attentiewaarde en een betere visuele geleiding. Contrastvorming in de openbare ruimte is ook van belang voor slechtzienden.
Analyse helderheidscontrast donker/helder wegdek met zijberm
Met de formule van Michelson kan de contrastwaarde K bepaald worden als kwaliteitscriterium voor de zichtbaarheid bij duisternis.
Een minimale contrastwaarde K van 0,3 (K ≥ 0,3) genereert voldoende zichtbaarheid onder praktijkomstandigheden bij een scherpe scheidslijn tussen de contrasterende vlakken. Aangezien luminantie het gereflecteerde licht weergeeft kan de formule van Michelson ook gebruikt worden met de gemeten reflectiecoëfficiënten mits dezelfde meetgeometrie wordt gehanteerd.
Als voorbeeld is in tabel 7 een berekening gegeven van de contrastwaarde K tussen een donker wegdek en een helder wegdek als wegverharding met zijbermen van gras en aarde.
Omschrijving | Y (CIE) - Rho | Michelson contrast K berekend |
Zijberm gras-aarde | circa 6 tot 10% | |
Donker wegdek | circa 6 tot 10% | Nihil ~ 0 → niet zichtbaar |
Omschrijving | Y (CIE) - Rho | Michelson contrast K berekend |
Zijberm gras-aarde | circa 6 tot 10% | |
Helder wegdek | circa 18% | circa 0,4 > 0,3 → zichtbaar |
Een RWS-band met een witte steenslag als deklaag slijt minder snel dan bijvoorbeeld witgeverfde banden. Bovendien kan de textuur ruwer worden gemaakt, waardoor de retroreflectie hoger ligt voor de automobilist zijn eigen koplampverlichting (zie ‘Reflectiecoëfficiënten’).
Voorbeelden contrastvorming bij daglicht en bij duisternis
Daglicht met hoge contrastgevoeligheid en kleurcontrasten
Daglicht K << 0,3
Bij duisternis zal er geen contrast zichtbaar zijn tussen RWS-band en asfaltwegdek vanwege lagere contrastgevoeligheid bij duisternis dan bij daglicht.
Duisternis met lage contrastgevoeligheid en verminderd kleurcontrast
Duisternis met K > 0,3
Duisternis met K < 0,3 ten opzichte van bermrand bij duisternis
Duisternis K ≥ 3 (voetpad-band) en K << 0,3 (band-wegdek)
Kruispunten en oversteekplaatsen.
Bij kruispunten en oversteekplaatsen gelden dezelfde overwegingen en beschouwingen als bij contrastvorming voor vlakken in het gezichtsveld. Met behulp van wegdekreflectie kunnen kruispunten en conflictzones worden onderscheiden met een verhoogde attentiewaarde.
Fiets- en voetgangersoversteekplaatsen
Voor voetgangersoversteekplaatsen met zebrapaden moet rekening gehouden worden met voldoende wit-zwart contrast bij toepassing van een helder wegdek. Bij voorkeur wordt geen heldere ondergrond gebruikt in verband met contrastverlies.