Inleiding Wegverbredingen in cementbeton
Al in 1995 is op initiatief van VNC en VCW samen met marktpartijen en Rijkswaterstaat een studie naar wegverbredingen in cementbeton uitgevoerd. CROW-rapport 95-2 presenteert de resultaten van een technische studie waarin de economische haalbaarheid van verschillende oplossingen voor wegverbredingen wordt behandeld [1]. Het rapport geeft aan dat wegverbredingen in cementbeton goede perspectieven bieden.
Naar aanleiding van de ‘Spoedwet wegverbreding’ uit 2003 en de wijzigingswet ‘Wet versnelling besluitvorming wegprojecten’ uit 2009, zullen de komende jaren veel wegvakken worden voorzien van spitsstroken, plusstroken of bufferstroken. Een spitsstrook is een vluchtstrook die tijdens drukke perioden ingezet wordt als extra rijstrook. Buiten deze drukke perioden vervult deze rijstrook de normale functie van vluchtstrook. Een plusstrook is een extra rijstrook die aan de linkerzijde van de rijbaan wordt gecreëerd en alleen tijdens drukke perioden beschikbaar is. Een bufferstrook ziet er uit als een spitsstrook of een plusstrook, maar heeft een andere functie. De bufferstrook zorgt ervoor dat de file voor een knelpunt breder en korter wordt en voorkomt daardoor filevorming in andere, splitsende verkeersstromen. Ook op provinciaal en gemeentelijk niveau worden rijstroken aan bestaande gebiedsontsluitingswegen toegevoegd. Dan gaat het bijvoorbeeld om doelgroepstroken voor vrachtverkeer en busstroken.
Veel van deze stroken worden aangelegd als extra rijstrook in de vorm van een wegverbreding. Dit biedt kansen voor duurzame en onderhoudsarme wegconstructies van cementbeton, met name voor de zwaarbelaste rechterrijstrook. Deze maatschappelijke ontwikkeling, maar ook vernieuwingen op het gebied van regelgeving en rekenkundig ontwerp, waren de aanleiding om het onderzoeksrapport uit 1995 te actualiseren en als CROW-publicatie uit te brengen.
In deze publicatie worden met name succesvol toegepaste verbredingsconstructies besproken. Deze constructie kan ‘naadloos’ aan bestaande asfalt- en betonverhardingen worden aangebreid. De publicatie gaat in op aspecten als het ontwerp, de detaillering en de uitvoering. Hierbij wordt aangesloten op de Nederlandse praktijk. Naast een integrale benadering van aanleg- en onderhoudskosten zijn voor zowel wegverbredingen in asfalt, als in beton, ook milieu- en maatschappelijke aspecten met behulp van het ‘Afwegingsmodel wegen’ van CROW in beschouwing genomen [2].
Kennisoverdracht
In de afgelopen jaren zijn bij CROW tal van publicaties verschenen. Bijvoorbeeld over doorgaand gewapende betonverhardingen, het rekenprogramma ‘Vencon 2.0’, een handleiding over de uitvoering van betonwegenbouw en over rotondes in cementbeton. Deze publicaties zijn gecentraliseerd rond CROW-publicatie 220, ‘Handleiding cementbetonverhardingen – Basisconstructies’ dat als standaardwerk voor betonverhardingen geldt [3]. Voor specifieke onderwerpen zijn informatiebladen opgesteld. Samen met de technische rapporten vormen deze de derde ‘schil’ van het schema van kennisoverdracht op het gebied van betonverhardingen bij CROW.
Doelgroep
De bijeengebrachte kennis in deze publicatie is van belang bij het voorbereiden en aanleggen van infrastructuurprojecten. Tot de doelgroep behoren:
- beslissers van infrastructurele projecten;
- ontwerpers en specialisten van overheden en adviesbureaus;
- bestekschrijvers en tekenaars;
- uitvoerenden;
- technische beheerders en onderhoudsfunctionarissen.
Publicatie 286 sluit onder meer aan op:
- Standaard RAW Bepalingen [4];
- NEN 6720 Voorschriften Beton. Constructieve Eisen en rekenmethoden (VBC 1995) met wijzigingenblad NEN 6720/Ontwerp A3:2004 [5];
- NEN-EN 206-1, de Europese norm voor betontechnologie [6] met de Nederlandse toepassingsnorm NEN 8005 [7].