Verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering
Wegverbredingen worden veelal in het verkeer aangelegd. Afhankelijk van het type weg worden vanuit de Arbowet en veiligheidsoogpunt verschillende eisen gesteld. Het ruimtebeslag van het aanbrengen van de verbreding is afhankelijk van de bestaande verharding. Bij aansluitingen van asfalt op asfalt moet rekening worden gehouden met inkassingen en een overlapbreedte van ongeveer 0,50 m per asfaltlaag. Ook moeten de naden buiten de rijsporen worden gehouden. Bij belangrijke wegen betekent dit dat ook de aanliggende rijstrook moet worden afgezet. Bij aansluitingen van beton op asfalt en beton op beton is het ruimtebeslag geringer.
De minimaal benodigde ruimte bij aanleg van ongewapend en bij aanleg van een verbreding in doorgaand gewapend beton is opgenomen in figuur 20.
Sterktontwikkeling beton
Na 28 dagen moet de karakteristieke sterkte zijn bereikt zoals die in het bestek is voorgeschreven. Het idee dat de betonverharding gedurende de eerste 28 dagen na aanleg niet mag worden bereden, is een misverstand. Voor het openstellen voor het verkeer hoeft beslist niet zo lang te worden gewacht. De moderne betontechnologie, waarin materiaalkeuze en verhardingsbeheersing een grote rol spelen, maken het mogelijk om personenauto’s al na enkele dagen toe te laten. Na 7 dagen kan al het verkeer de verharding gebruiken. Voor onderhoud zijn zelfs ‘snelle’ betonmortels beschikbaar die tijdens nachtelijk onderhoud worden ingezet; openstelling kan dan voor de ochtendspits plaatsvinden.
De opdrachtgever stelt na overleg met de aannemer vast vanaf welk tijdstip en onder welke voorwaarden de aangebrachte betonverharding in gebruik mag worden genomen. Een hulp- middel hierbij is de gewogen rijpheidsmethode. Door het meten van de (verhardings)tijd en de temperatuur in de betonverharding, kan de verhardingsontwikkeling en de sterkte van het jonge beton in de tijd worden gevolgd.