Duurzaam betonnen fietspad? Even wachten voor het beste resultaat!
Gemeenten vragen regelmatig om de aanleg van een fietspad met een lage milieukostenindicator. Er zijn verschillende manieren om dit te realiseren. Eén daarvan is de toepassing van hoogovencement.
Hoogovencement (CEM III) heeft een aanmerkelijk lager klinkeraandeel dan portlandcement (CEM I). De CO2-emissie van een betonnen verharding met hoogovencement is daarom veel lager dan wanneer portlandcement wordt toegepast. Hoogovencement CEM III/A bevat 35 tot 64 procent klinker, CEM III/B bevat 20 tot 34 procent klinker en CEM III/C 5 tot 19 procent. Het type CEM III/C is echter niet geschikt voor toepassing in verhardingen.
Verschillen in prestaties bindmiddelen
Tussen de cementsoorten CEM I en CEM III zijn er echter duidelijke verschillen in de prestaties tijdens de uitvoeringsfase en ook de gebruiksfase (zie kader Toon meer informatie). Denk daarbij aan de verhardingsduur en de prestatie van een verharding na langdurige blootstelling. Uitsluitend kiezen voor een zo laag mogelijke emissie is daarom niet altijd aan te raden. Dit kan namelijk tot gevolg hebben dat de levensduur verkort of extra reparaties nodig zijn. De werkelijke milieukosten over de gehele gebruiksduur kunnen daarmee negatief uitvallen.
Sterkteontwikkeling in koude periodes
Portlandcement CEM I heeft een snellere sterkteontwikkeling en een iets hogere interne warmteproductie tijdens de hydratatie. In de meeste gevallen kan 24 uur nadat een fietspad is aangelegd met portlandcement al bereden worden. Anders is dat met hoogovencement. Zeker wanneer dit cement met een laag klinkeraandeel in een koude periode wordt toegepast. Met name in de herfst en winter is dit risicovol en duurt het langer voordat de verharding in gebruik kan worden genomen.
‘Maagdelijk’ fietspad aanlokkelijk
Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden kan het 48 uur tot vijf dagen duren voordat een ‘hoogovencement fietspad’ voldoende sterkte ontwikkeld heeft. In de tussentijd is er kans op schade door honden, katten of konijnen die hun pootafdruk achterlaten in de verharding. Ook is het voor weggebruikers aanlokkelijk om van het ‘maagdelijke’ fietspad gebruik te maken, terwijl de uitharding nog onvoldoende heeft plaatsgevonden. En ook al is de druksterkte voldoende ontwikkeld; dit betekent niet dat hydratatie volledig heeft plaatsgevonden. De kans op vorstschade in die periode is aanmerkelijk.
Kies voor het optimale resultaat
Een dringend advies is daarom om voor buitenverhardingen een betonsamenstelling te kiezen met minimaal 50 procent klinker in het cement. De hoeveelheid klinker is noodzakelijk om voldoende vorst-dooibestandheid te realiseren. Het optimale resultaat - ook vanuit oogpunt van duurzaamheid - wordt bereikt als het ontwerp, de uitvoeringsmethode, uitvoeringstijd en de betonsamenstelling op elkaar zijn afgestemd. Het samen bepalen van doelen, een realistische ambitie en tijdig overleg bieden daarvoor de beste garantie.
Verschillende bindmiddelen
CEM I: Het wereldwijd meest gebruikte cement is portlandcement, gemaakt van portlandklinker. Deze klinker is onmisbaar voor elke betonconstructie met een lange levensduur. Het is echter ook de grondstof met een hoge CO2-emissie. CEM I is het bindmiddel dat vrijwel volledig bestaat uit portlandklinker.
CEM II: De hoofdgroep CEM II betreft de zogenoemde composietcementen. Hierbij bestaat het bindmiddel voor het grootste deel uit portlandklinker. De rest is een vulstof met meestal een lagere CO2-emissie dan klinker.
CEM III: De derde soort is bekend als hoogovencement CEM III. Het klinkeraandeel in deze samenstellingen is aanmerkelijk lager waardoor de CO2-emissie lager is.