Kansen en keuzes vooral in het voorjaar
Duurzaamheid betekent een lange levensduur gekoppeld aan een geringe mate van onderhoud. Betonverhardingen voldoen hieraan. Daarnaast kan er extra CO2 bespaard worden bij aanleg van betonwerken in het voorjaar.
Betonmortel wordt samengesteld op basis van de benodigde prestatie. In de basis wordt gekeken naar de minimale druksterkte en de milieuklasse(n). Zowel met portlandcement als hoogovencement kan aan de prestatie-eisen voldaan worden. Steeds vaker wordt echter de vraag gesteld of verlaging van de CO2-emissie van het product tot de mogelijkheden behoort. Het profiel van hoogovencement is aanmerkelijk gunstiger dan dat van portlandcement.
'Jong' beton
Een ander verschil dat meegenomen moet worden is de sterkteontwikkeling en de gevoeligheid voor vorst en strooizouten van hoogovencement. De verharding en sterkteontwikkeling beginnen al snel na het storten en verdichten. Afhankelijk van de weersomstandigheden en samenstelling is binnen één tot drie weken 75 procent van de gegarandeerde eindsterkte bereikt en wordt de vereiste druksterkte in C-waarde ruim binnen de norm van 28 dagen gerealiseerd. Zowel portland- als hoogovencement bezit deze eigenschappen.
De hydratatie, de reactie tussen cement en water, gaat dan nog enige tijd door in het jonge beton en verloopt voor hoogovencement trager dan voor portlandcement. De buitentemperatuur heeft een behoorlijke invloed op dit proces. Een gevolg hiervan is dat dit niet volledig gehydrateerd beton gevoeliger is voor vorstschade veroorzaakt door strooizouten. De voor het milieu gunstiger cementen, zoals CEM III B, hebben een hoog gehalte aan hoogovenslak en zijn met name in het voorjaar goed toe te passen. Met het vorderen van het jaargetijde is het advies om minimaal 50 procent portlandklinker in het bindmiddelgehalte toe te passen.
Voorjaar of najaar
Betonverhardingen aangelegd in het voorjaar kunnen minimaal zes maanden verharden alvorens een vorstperiode aanbreekt. Een hoger percentage hoogovenslak is dan bespreekbaar en verantwoord. Voor aanleg in het derde kwartaal kan, naarmate de tijd van aanleg vordert, bij toepassing van veel hoogovenslak een verhoogd risico op vorstschade ontstaan. De milieu-impact en de kosten van schadeherstel kunnen dan al snel de voordelen van emissiebeperking met hoogovencement overtreffen.
In het verleden werd de keuze gemaakt om op recent aangelegd beton geen zout te strooien. Als alternatief werd gestrooid met zand of bepaalde assen. Deze optie is ook nu nog een mogelijkheid. Daarbij zal dan tijdig de keuze moeten worden gemaakt en vastgelegd. Opdrachtgever, ontwerpadviseur, aannemer en betonmortelleverancier zullen met elkaar de kansen en keuzes moeten bespreken zodat voldaan wordt aan zowel de technische levensduur als het optimale milieuprofiel zodat de duurzaamheid gegarandeerd is.
BetonInfra, juli 2018