‘Stop copy paste, maak weloverwogen keuzes’
Jeroen de Vrieze over betontoepassingen in de ontwerpfase
Bij de aanleg van nieuwe infrastructurele projecten is een lage MKI-waarde het toverwoord. Als het om beton gaat, waarschuwt Jeroen de Vrieze van Betonhuis om niet te sturen op een lage MKI-waarde op projectbasis maar naar een systeemaanpak van de duurzaamheidsambitie. “Wanneer we op projectniveau lijken te scoren maar in het totale systeem in de min gaan, doen we iets niet goed.”
Wat valt u momenteel op aan de uitvraag van overheden aan aannemers?
“Er wordt hard gewerkt aan de invulling van de duurzaamheidsambities die zijn gesteld. Goed om te zien dat er nu echt concreet wordt doorgepakt zodat het niet bij mooie toekomstbeelden blijft. Wat verder opvalt, is dat het nog ontbreekt aan een integrale benadering van het duurzaamheidsvraagstuk. Te vaak wordt gestuurd op deelresultaten op projectniveau terwijl je zou moeten kijken – zeker wat betreft beton - naar een verbetering in de totale keten. Winst op projectniveau resulteert veelal niet in een positieve bijdrage op landelijk of mondiaal niveau. Sterker nog, in het totale systeem komen we vaak negatief uit. We verschuiven enkel ons probleem.”
Wat is volgens u het probleem?
“In de zoektocht naar verduurzaming worden keuzes gemaakt bij het opstellen van een uitvraag. Nu is er altijd wel iets op te merken over gemaakte keuzes, maar er is nu onvoldoende aandacht voor de effecten van die keuzes op het totale systeem en de totale cyclus. Beton is, zeker in Nederland, al behoorlijk geoptimaliseerd op het gebied van CO2 en hergebruik. Ter illustratie: het cement dat we in Nederland gebruiken voor onze beton heeft het laagste CO₂-profiel ter wereld met een bijdrage aan de totale CO₂-emissie in Nederland van circa 1,6 procent. Waarmee ik absoluut niet wil zeggen dat we er daarmee zijn voor wat betreft CO₂-emissie. We moeten ons vooral meer focussen op de resultaten die we boeken op het totale systeem, inclusief de beschikbaarheid van grondstoffen en de functionaliteit van het product in relatie tot de gebruiksperiode.”
Kunt u een voorbeeld geven?
“Bij de invulling van duurzaamheid in een uitvraag, wordt momenteel vooral gestuurd op MKI-waarde. De generieke gedachte is hoe lager de MKI-waarde hoe beter. Hierbij zien we dat op betongebied regelmatig gebruik wordt gemaakt van alternatieve bindmiddelen in de uitvraag van een opdrachtgever. Alternatieve bindmiddelen kunnen bijdragen aan een CO₂-reductie mits er gebruikt gemaakt wordt van andere grondstoffen. Van een werkelijke CO₂-reductie is namelijk pas sprake als er geen gebruik wordt gemaakt van grondstoffen die nu al volledig worden toegepast in de cement- en betonindustrie, zoals slak en poederkoolvliegas. Anders is er alleen sprake van een verschuiving van grondstoffen. Dit is waarom het toepassen van geopolymeerbeton enkel een positief effect op projectbasis kan sorteren, het is geen systeemoplossing. Verder dient, net als bij alle andere initiatieven, kritisch te worden gekeken naar de functionele eigenschappen over de gehele gebruiksfase en de toepasbaarheid bij einde levensduur.”
Wat heeft dat voor gevolgen?
“We hebben te maken met een kringloop van materialen die je maar één keer kunt inzetten. We moeten ervoor waken geen sub-optimalisaties te bewerkstelligen, maar impact uitoefenen op het totale systeem. Wanneer we lokaal op een project winst boeken maar regionaal of nationaal in de min gaan, doen we iets niet goed. Verder dienen we op zijn minst bewust te zijn van de gevolgen die bepaalde keuzes hebben op de functionele eigenschappen van de constructie in relatie tot de vigerende eisen. Een constructie die beter scoort op MKI-waarde maar vervolgens niet aan de functionele eisen kan voldoen gedurende de gebruiksfase levert uiteindelijk een negatief eindresultaat.”
Is hiervan ook een voorbeeld te geven?
“In Nederland worden regelmatig dooizouten gebruikt. Uit monitoring van projecten waar gebruik is gemaakt van geopolymeerbeton blijkt dat een hogere mate van scaling optreedt. Je realiseert dus wel een milieuwinst bij de aanleg van een constructie, maar je wordt al vrij snel in de gebruiksfase geconfronteerd met extra onderhoudskosten. Wanneer je kijkt naar de totale levensduur in de gebruiksfase, kom je misschien tot andere keuzes.”
Hoe kunnen we dit oplossen?
“Ik zou opdrachtgevers willen adviseren om vooral oplossingen te zoeken die een positieve bijdrage hebben aan het totale systeem en niet enkel op projectbasis. Pas op met het simpelweg kopiëren van delen uit een bestek van collega’s zonder hierbij te kijken naar de specifieke omstandigheden. Maak weloverwogen keuzes gebaseerd op je ambitie op het gebied van duurzaamheid en functionele specificaties in de gebruiksfase. Mochten opdrachtgevers hierover willen sparren, dan treed ik graag met ze in gesprek.”
Jeroen de Vrieze is Adviseur Promotie, Markt en Statistiek bij Betonhuis,
BetonInfra Nieuwsbrief, juli 2020
MKI een prachtig instrument
De Milieu Kosten Indicator (MKI) is een prachtig instrument om de milieueffecten van materialen onderling te vergelijken. Ook betonsoorten kunnen onderling goed vergeleken worden. CO2-reductie en verlaging van de MKI zijn doelstellingen van het Betonakkoord. Leden van Betonhuis zetten vol in op verlaging van de MKI. We moeten ons wel realiseren dat de MKI is gericht op projectniveau, terwijl we de CO2-reductie op landelijke schaal willen realiseren. Bij ondoordacht gebruik van secundaire grondstoffen kan het streven naar een steeds lagere MKI leiden tot hogere CO2-emissies en een kortere levensduur van betonconstructies.