Kansen voor white topping in Nederland
Veertig belangstellenden namen op 14 juni jl. deel aan de Themabijeenkomst white topping. De bijeenkomst werd georganiseerd door het Kennisplatform Betonwegen. Naast een programma met sprekers, werd er ook een bezoek gebracht aan het bedrijfsterrein van Schagen Infra in Hasselt (Ov) waar zes proefvakken zijn aangelegd.
White topping kan worden toegepast om gedegenereerde asfalttoplagen te vervangen en de wegconstructie duurzaam te herstellen/versterken. In principe vallen alle betonnen bovenlagen op een gebonden verhardingslaag onder white topping, dus ook een nieuwe betonlaag op een betonnen ondergrond wordt beschouwd als white topping. De grootste kansen voor white topping liggen echter in het opwaarderen van gedegenereerde asfaltlagen.
De oorsprong van white topping ligt in de Verenigde Staten. Ondertussen wordt de techniek overal op de wereld toegepast. Er kan een onderscheid gemaakt worden in 'Thin White topping' (TWT) en 'Ultra Thin White topping (UTW). TWT wordt gehanteerd voor een overlaag in beton tussen de 100 en 200 mm. UTW is de benaming voor een overlaag dunner dan 100 mm. Bij UTW kunnen staalvezels of kunststofvezels worden toegepast om de buigsterkte van de betonverharding te verbeteren.
Voldoende draagkracht
Belangrijke voorwaarde voor het toepassen van white topping is dat de resterende asfaltlaag nog voldoende dik is en over voldoende draagkracht beschikt. White topping is dus niet geschikt wanneer de resterende asfaltlaag te dun is en/of geheel gedegenereerd. Het asfalt dient daarbij gefreesd en gereinigd te worden zodat de ruwe steenslag in het asfalt kan fungeren als hechtlaag voor de white topping.
Bij het samenstellen van het betonmengsel moet extra aandacht gegeven worden aan het toevoegen van de vezels zodat de verdeling in het betonmengsel optimaal is. Het handmatig toevoegen is arbeidsintensief, zeker bij gebruik van staalvezels. Daarbij speelt de verpakking ook een rol. De vezels haken in elkaar op het moment dat ze uit de verpakking komen waardoor het langer duurt voordat ze zich door het mengsel hebben verspreid. Ook moet het betonmengsel voldoende fijne delen bevatten om opdrijven van de vezels te voorkomen.
De mengtijd is afhankelijk van het betonmengsel, de soort vezels en de concentratie van de vezels. Daarbij is ook het type van de menger van belang. Er is immers veel mengenergie nodig om de vezels te verdelen. Het uitgangspunt dient te zijn dat de mengcentrale het beton gereed maakt voor gebruik, niet de mixer die het beton naar de werklocatie brengt.
Zes proefvakken
Op het bedrijfsterrein van Schagen zijn zes proefvlakken aangelegd. Uit de bestaande asfaltverharding is 8 cm asfalt gefreesd. In elk vak werd een vezelversterkt betonmengsel aangebracht. Voor elk proefvak werd een ander type vezel gebruikt, zie tabel 1.
Wat betreft druksterkte is er geen verandering tussen vezelversterkt beton en normaal beton. De buigtreksterkte van het beton met vezels is een verbetering ten opzichte van ongewapend beton, waarbij vooral de staalvezels voor extra buigtreksterkte zorgen (zie figuur 1).